Lang verhaal, lekker kort #1 Drang vs belofte
Een wijntje samen is altijd een goed idee. Omdat hier iedereen elkaar kent. Wij dus ook.
Het wordt al donker. Ik loop naar de gang. Ik klik het licht aan en ga voor de grote spiegel staan. Ik ben volledig in beeld. Ik bekijk mijn achterkant. Mijn billen staan strak in maatje 28. Niet te veel make-up, maar net genoeg zodat het lijkt alsof ik een onschuldige ‘naturel’ ben. Mijn telefoon ligt op de grond. Ik wil 15 minuten niet kijken of er berichten zijn, anders lijk ik te gretig. Als ik mijn leren jasje over mijn strakke shirtje aantrek, lach ik naar mezelf. Ik begrijp dat hij wil dat ik langskom. Er ligt wat poeder op de grond dat ik wegblaas. Morgen ruim ik de make-up restjes op. Ik gooi wat kattenbrokjes in het bakje en zet vers water neer. Niet dat ik dagen wegblijf, maar dit is schuldgevoel afkopen. Ik ben weer niet thuis. Drie appjes gemist. Hij heeft zin om te zien en de wijn staat al koud. Dan kies ik toch maar voor de fiets in plaats van de auto. Voor de laatste keer keur ik mezelf. Ik klik het licht uit en loop naar buiten. Ik haal mijn fiets uit de donkere schuur. Ik haat het donker. Ik ben er bang voor. De drang naar hem is groter dan de angst voor het zwarte gat waar ik straks doorheen moet fietsen. Het is maar 7 minuten, houd ik mezelf voor. Onderweg zie ik mensen binnen zitten, gezinnen. Samen aan de eettafel. Ze spelen een spelletje. Ik trap stevig door. Dan voel ik geen angst. Ik ben onderweg naar mijn spel. Het laatste huis van de straat staat in het volle licht. Ik ben op de helft. Dure verlichting geeft de gevel een sprookjesachtig beeld. Ik wou dat ik een prinsesje was…. Nog drie minuten ben ik verwijderd van zijn huis. Ik kan nog terug. Of toch niet. Ik heb het beloofd. Wanneer ik mijn fiets parkeer, wil ik op het raam tikken, maar de deur staat al open. Ik kan nog terug. Of toch niet. Ik heb het beloofd. Op de trap staan kaarsjes. Ik volg ze tot aan de badkamerdeur. Die staat op een kier. Ik kan nog terug. Nee, ik heb het beloofd. Ik doe mijn jas uit. Leg hem op een stoel en stap naar binnen. Twee glazen wijn, een bad vol schuim en een glimlach. Ik kan geen nee zeggen.