Wanneer een verhaal over seksueel misbruik opnieuw misbruik wordt.
Er komt een journalist de praktijk binnen want ze wil mij interviewen over mijn boek over seksueel misbruik. Zo’n interessant onderwerp vindt zij het.
En ik denk: Publiciteit, aandacht, verbinding, kom maar op.
Het onderwerp is enorm belangrijk net als mijn boek, waar ik sinds 2017 met zorg, liefde, kwetsbaarheid en vooral moed aan heb gewerk. Het verdient een veilige introductie in de wereld.
Het doel van mijn boek: het taboe rond seksueel misbruik doorbreken en het bespreekbaar maken van het onderwerp.
Dan komt de fotograaf binnen. Hij vertelt me doodleuk dat het ‘niet gebruikelijk’ is dat ik de foto’s mag zien. Ik denk alleen maar:
Ik heb twintig jaar met fotografen gewerkt, ik mag wel meekijken. Doe niet zo belangrijk. Maar ik maak me niet druk, ik sta toch wel goed op foto’s;)
Het interview zelf gaat goed. Ze neemt alles op (handig om je afspraken na te luisteren), knikt op de juiste momenten en belooft plechtig dat ik het stuk vooraf mag lezen. Dat voelt veilig en dat móét ook. Het artikel gaat namelijk ook door slachtoffers van seksueel misbruik gelezen worden. Seksueel misbruik is geen onderwerp waarbij je even een nuance uit je tekst gooit omdat er een deadline drukt.
Maar dan.
Een week later word ik gebeld:
‘Kun je NU even kijken? Ik moet het over een uur aanleveren.’
Gelukkig kan ik snel lezen en schrijven, dus ik red het nét. Ik wijzig zinnen, zet nuances terug, leg zorgvuldig uit waarom elk woord ertoe doet. Ze past het aan.
Zijdelings vertelt ze dat een andere therapeut nog iets gaat zeggen over trauma en therapie.
Wie? Geen idee.
Wat? Weet ze niet.
Maar zo verzekert ze me: ‘het doet jouw artikel echt geen afbreuk’.
Dat vroeg ik namelijk expliciet anders ging ik er niet mee akkoord.
Tot de volgende ochtend.
Mijn vriendin stuurt een screenshot van de krant die bij haar op de mat ligt.
En ja hoor: de journaliste heeft gewoon haar eigen plan getrokken, qua nuances .Laat belangrijke verbindingen weg. En de eerste zin van het stukje van de andere therapeut hakt mijn professie meteen in stukken.
Ik bel de journaliste.
Ze zegt dat ze het vervelend vindt dat ik teleurgesteld ben.
Ik vraag haar waarom ze denkt dat ik teleurgesteld ben, ik ben namelijk woest.
Ze verdedigt zich:
‘Dit is waarheidsbevinding, dat mag als journalist.’
(Even een side note; waarheidsbevinding is een trigger in de wereld van seksueel misbruik. En ja, dit onderwerp gaat over wonden, gelaagdheden waar je rekening mee moet houden als je een leuk stukje wil schrijven, misschien had ze toch mijn boek moeten lezen)
Ik zeg haar dat ik niet gecharmeerd ben van haar werkwijze.
En al helemaal niet van het artikel.
Maar ja, het staat erin. Ik kan niets meer.
Ik troost me met het idee dat het alleen in Zaanstreek Waterland verschijnt.
En dan eindigt het na twee dagen ieder geval in de kattenbak. Met die gedachten leg ik me bij deze energie vretende discussie neer.
Maar het wordt nóg mooier.
Mijn duidelijke NEE tegen het artikel wordt compleet genegeerd.
Want wat blijkt: het NHD is onderdeel van Mediahuis, en zij mogen mijn verhaal verspreiden via, elke editie die ze maar willen. Maar ik zei NEE . En dat doen ze dan toch.
Een week later lig ik in ’t Gooi op de deurmat. En de journaliste wist dat ik dit niet wilde.
Maar ja, dat mag gewoon. Het woord rectificatie kent ze niet en mijn whatsapp wordt niet meer beantwoord.
Ineens ben ik geen mens meer, maar een voorwerp.
Een stukje inhoud dat rondgepompt mag worden.
En wat maakt me het meest boos?
Niet alleen dat een journalist haar afspraken niet nakomt, hoewel ik héél slecht tegen liegen kan.
Maar vooral dat mijn verhaal, mijn missie en mijn vakmanschap worden gebruikt als decorstuk voor iemand anders waarheidsbevinding.
Terwijl ik NEE zei.
Laat ik één ding héél helder zeggen:
Als je schrijft over seksueel misbruik, dan heb je méér nodig dan een toetsenbord, een deadline en een koffiemok met ‘journalistlife’ erop.
Je hebt compassie nodig. Menselijkheid. Integriteit.
En misschien heel misschien het besef dat een NEE in de journalistiek óók gewoon NEE betekent.
Ik wil verbinden.
Niet polariseren.
Ik wil het gesprek over seksueel misbruik veiliger maken.
Niet sensationeler.
Dit noemen wij in ons werk: machtsmisbruik en grensoverschrijding.
Ik heb gelukkig ook zulke mooie podcasts, artikelen, gesprekken met journalisten gehad die met zoveel respect en liefde omgegaan zijn met mijn boek en mijn verhaal. En als belangrijke note, het wel gelezen hebben. Mijn werk serieus nemen. Ook de GGZ, ook wetenschappers. artsen…noem maar op. Daar ben ik dankbaar voor.

-
-
2 weken
Getagd boek, verlorenseconde